Je kan van Twitter alles zeggen, maar er worden ook belangrijke dingen gezegd. Afgelopen tijd heb ik twee opmerkingen omgezet naar actie in mijn lessen. En is het veilig om te zeggen dat veel docenten lesgeven zoals ze les gehad hebben, dat heb ik dus moeten loslaten. Een kort verslag(je).

Ik, wij, jij.

Lang geleden ben ik begonnen in het boek Expliciete Directe Instructie (Hollingswordth & Ybarra, 2015), maar heb het snel terzijde gelegd. Ik was op zoek naar een instructietheorie en juist niet naar aanwijzingen om een les goed vorm te geven. De overlap met Teach Like a Champion (Lemov, 2015) te groot en het was teveel gericht op het PO (Onlangs ondervangen met een editie voor het VO). Dus, leuk idee, maar even niet voor mij.

Wat wel bleef hangen was het idee: ik, wij, jij. Dat is wel een duidelijke instructietheorie. Deze aanpak vertelt dat een instructie start met een demonstratie door de docent, gevolgd door gezamenlijk oefenen, afgesloten door zelfstandig oefenen. En daar heb je dan weer variaties op, maar dit is wel de kern. Voordoen, samen doen, zelf doen.

Huiswerk is voor inoefenen.

Ik weet het niet zeker, maar volgens mij is het Ben Wilbrink (@benwilbrink) die regelmatig tweet de wereld in stuurt met de strekking: huiswerk is werk dat je kan. In de les heb je geleerd hoe iets moet, huiswerk is er voor het inoefenen. Ook Barton (2019) of Cullen (2019) benadrukken dit. Huiswerk is niet het moment om opgaven mee te geven die extra uitdagend zijn, die niet alle leerlingen kunnen, die eigenlijk begeleiding vragen. Het is leuk voor de zeer getalenteerde leerlingen, maar “gewone” en “zwakke” leerlingen krijgen taken die ze eigenlijk niet kunnen. Over demotiverend gesproken. Dus is het zaak om in de les er voor te zorgen dat alle leerlingen het geleerde al kunnen toepassen. Daarvoor gebruik ik tijdens de uitleg Cold Call.

Cold Call

Belangrijk bij elke werkvorm is dat alle leerlingen betrokken zijn. Cold Call is daar een goede aanpak voor. Cold Call zoals beschreven door Lemov, is niet meer, maar ook niet minder, het stellen van een vraag, pauze houden en dan een leerling kiezen om een antwoord te geven. De wetenschap dat iedere leerling de vraag kan krijgen, zorgt er voor dat alle leerlingen mee moeten doen. Wanneer ook nog duidelijk gemaakt wordt dat “weet ik niet” niet geaccepteerd wordt, is de aanzet om echt mee te doen compleet. Wilbrink voegt daar aan toe:” ‘Cold calling’ is een sterke instructietechniek omdat de niet direct aangesproken leerlingen er ook van leren. Het is voor die leerlingen ook contacttijd met de leraar. Dit ‘plaatsvervangend leren’, ‘vicarious learning’, krijgt in de onderwijsliteratuur veel te weinig aandacht.” (Wilbrink, 2023). De keuze van de leerling gaat deels willekeurig, maar deels ook op de kennis over de leerlingen. Een zwakke leerling krijgt wat vaker de beurt, een sterke leerling krijgt de gelegenheid om te schitteren, leerling die afhaakt wordt er bij getrokken etc. (Hierover heb ik een vierdelig blogpost geschreven.)

Voordoen, samen doen, nadoen

Ik geef wiskunde in de onderbouw. Daar spelen een aantal zaken. Allereerst het gaat meestal om basisvaardigheden. Haakjes, kwadraten, gonio. Relatief eenvoudig, te vangen in een stappenplan. De methode Getal en Ruimte, heeft een heldere opbouw. Allereerst wordt met één of twee opgaven het probleem duidelijk gemaakt. Vervolgens zijn er theorieblokjes met uitleg en worked examples. Daarna zijn er opgaven in oplopende complexiteit om het geleerde te oefenen. Omdat leerlingen de les thuis moeten kunnen nakijken, moeten kunnen “herbeleven”, volg ik het boek nauw. Geen reden voor eigen ontwikkeld materiaal. G&R is prima.

Na een korte lesstart bespreek ik de nieuwe theorie aan de hand van de theorieblokjes uit het boek. Soms letterlijk regel voor regel uit het boek, soms met eigen voorbeelden of uitleg. Vervolgens bespreek ik de worked examples. Dat doe ik door deze opgaven voor te doen en na te rekenen. Om te ontdekken wat er uitgelegd wordt, maar ook toon ik leerlingen hiermee hoe ze deze theorieblokjes dienen te gebruiken. Stapje voor stapje bespreek ik de theorie met vragen als “wat gaan we nu doen?, wat is de volgende stap, waar waren we gebleven? etc). Dit is het voordoen. Onderdeel van het voordoen is dat ik het uitschrijf in mijn schrift en projecteer op het scherm.

Daarna gaan we samen oefenen. Ik presenteer één of meer opgaven en vraag aan leerlingen om een stapje in de oplossing te zetten. Soms een volgende oefenopgave uit het theorieblokje, vaak een nieuwe opgave. Dat is altijd cold calling (Lemov, 2015), oftewel, iedereen kan de vraag verwachten. Hierbij wordt het probleem in kleine deelstapjes opgeknipt zodat het denken geëxpliciteerd wordt. En omdat hiermee zoveel mogelijk leerlingen aan de beurt komen. “Weet ik niet” is dan een goed antwoord, maar leidt altijd tot een hulpvraag van mij. Net zo lang totdat het stapje gezet is. En dan door naar de volgende leerling. Hiermee krijg ik direct inzicht in waar het lastig is voor leerlingen, wat extra toelichting nodig heeft of een extra tussenstap. Eenmaal klaar pakken we het uitgewerkte voorbeeld van het boek er weer bij om te controleren of we het goed gedaan hebben (en te mopperen op de notatie van G&R).
Als het nodig is, geef ik een extra voorbeeld. Een enkele keer vragen de leerlingen daar nu om.
Ook nu weer laat ik in mijn schrift zien hoe de notatie is, bespreek ik wat ik bedenk en beantwoord vragen wanneer die er zijn. Stapje voor stapje. Dit is het samen doen.

Vervolgens kies ik één van de oefenopgaven en geef de leerlingen tijd om die zelf te maken. Overleggen mag. Na een paar minuten wordt dan de opgave besproken. Vaak met cold calling op een zodanige manier dat veel leerlingen aan het woord komen. Of ik laat een paar leerlingen hun werk op het bord zetten. Wanneer er weinig oefenopgaven zijn, dan kies ik opgaven die niet als huiswerk opgegeven zijn. Is er veel huiswerk, dan juist wel. Dit is het zelf doen.

Het verschil

Wat doe ik nu anders dan vroeger? Zelf heb ik les gekregen van docenten die de theorie bespraken, sommen voor deden en vervolgens iedereen aan het werk zetten. En vervolgens moest je het maar uitzoeken. En zo heb ik zelf ook lesgegeven. Voordoen, nadoen. Met deze aanpak voeg ik “samen doen” tussen.

Wat doe ik met de opgaven die vragen om stappen te combineren, kennis flexibel in te zetten? Ik bespreek dan op een soortgelijke manier de aanpak van de opgave. In de wetenschap dat leerlingen de benodigde technieken kunnen (cf Barton). Ik krijg dus nu andere vragen van leerlingen.

Alles bij elkaar neemt instructie nu wel meer tijd in de les. Dat gaat af van de tijd die leerlingen normaal hebben om alvast aan het huiswerk te beginnen. Ik hoor ze daar zelden over, omdat het maken van het huiswerk nu een succeservaring is. Sterke leerlingen werken nog wel eens door tijdens de “samen” of “zelf” fase in de les. Prima.

Wanneer ik de evaluaties van mijn lessen van vorig jaar en dit jaar vergelijk, krijg ik meer waardering voor de uitleg. En daar doe ik het voor, leerlingen die zeggen dat de uitleg goed is.

  • Barton, C. (2019). Volgens Barton: Lesgeven in wiskunde aan de hand van wetenschap, experts en 12 jaar aan mislukkingen (R. Kneyber, Vert.; 1ste dr.). Phronese.
  • Cullen, S. (2019). Fading: Removing teacher presence in directed teaching. In The researchED guide to Explicit & Direct Instruction: An evidence-informed guide for teachers (1ste dr., pp. 87-94). John Catt Educational.
  • Hollingsworth, J., & Ybarra, S. (2015). Expliciete directe instructie: Tips en technieken voor een goede les (M. Schmeier, Vert.; 4de dr.). Pica.
  • Lemov, D., & Atkins, N. (2015). Teach like a champion 2.0: 62 techniques that put students on the path to college. Jossey-Bass.
  • Wilbrink, B. [@benwilbrink] 21 mei 2023.‘Cold calling’ is een sterke instructietechniek..[Tweet].