In Teach Like a Champion wordt in hoofdstuk 8 ingegaan op schrijftaken. Terwijl ik dat aan het lezen was, vroeg ik mij af wat ik daar in de wiskundeles mee kon. Een kort experiment.
Schrijven
“Wie schrijft die blijft”. Wanneer je dat in een klas zegt krijg je glazige blikken, maar kaarters kennen deze uitdrukking zeker. Lemov pakt dit op door een heel hoofdstuk te besteden aan schrijftaken. Het begint met het idee van formatief schrijven. Oftewel, leerlingen schrijven om hun gedachten te ordenen. Daarna volgt er een gesprek om vervolgens het geschrevene te vervolmaken. Hoe heb ik dat in de wiskundeles gedaan?
Proefwerkvoorbereiding
Met een proefwerk voor de deur komt altijd de vraag naar boven (of zou naar boven moeten komen): hoe leer ik voor het proefwerk. Simpelweg alle opgaven maken (verbeteren etc) is nogal eens onvoldoende omdat daarmee de grote lijn in het hoofdstuk niet duidelijk wordt. En de klassen die ik deze dag heb, hebben over twee dagen een proefwerk. Tijd om dat schrijven eens in te passen. En natuurlijk, dit soort dingen probeer ik uit bij klassen die lekker meewerken en wel tegen een stootje kunnen.
De eerste opdracht die ik gegeven heb:
> Schrijf in één nette zin, met een hoofdletter aan het begin en een punt aan het einde, op waar het hoofdstuk over gaat.
En indachtig wat Lemov “Front loading” (p312) noemt (een begrip dat hij overgenomen heeft van Adam Boxer), en wat in de vertaling “Input vooraf” (p264) heet, begin je dan met het noemen van de randvoorwaarden en dan de opdracht. Leerlingen kregen hier 3,5minuut voor. Volgende stap was dat drie leerlingen hun zin opgelezen hebben. Duidelijk werd dat er grote verschillen waren. Vervolgens heb ik een schrift van leerling Remy (verzonnen naam) genomen (en gevraagd of ik mocht projecteren) en met de klas besproken wat Remy opgeschreven had. Opdrachten daarbij:
> Welke punten noemt Remy die jij niet hebt? Vul jouw zin aan.
> Welke punten heb jij die Remy niet heeft, steek je hand op als je er één wilt noemen.
Uiteindelijk kregen we zo een redelijk beeld van wat er in het hoofdstuk aan de orde komt. De tweede vraag voor de leerlingen was
> Welke formules, begrippen, stappenplannen, weetjes, vakjargon staan er in het hoofdstuk die je uit je hoofd moet leren?
Ook weer met een beperkte tijd worden leerlingen aangezet om door het hoofdstuk heen te bladeren en te zoeken naar deze weet-punten. Vooral omdat leerlingen nog wel eens vergeten dat het niet alleen gaat om het kunnen maken van sommen, maar ook gewoon, dat je zaken uit je hoofd moet leren.
Met Cold Calling / Bliksembeurten is het lijstje weet-punten geïnventariseerd. Dus leerlingen gevraagd die ik er toe wilde aanzetten om ook dit uit je hoofd leren serieus te nemen. Bij het bespreken is niet erg gelet op “weten” versus “kunnen maken, kunnen gebruiken”. Dat zou alleen maar afleiden.
De laatste opdracht was:
> Vertel aan je buur wat je tussen nu en overmorgen nog gaat doen om het proefwerk voor te bereiden.
Bij deze opdracht is dit nagevraagd door aan leerling A te vragen wat hij/zij van leerling B gehoord heeft wat A niet van plan was. Zo horen leerlingen van elkaar dat “ik heb het niet geleerd” wel vaak verteld wordt, maar vaak niet waar is. Ook zijn er slimme aanpakken die zo breder verspreid worden.
Aan het einde van de les hadden de leerlingen een aanzet tot een samenvatting en ideeën voor verdere studie.
Uitvoering
Deze aanpak heb ik twee keer gedaan. De eerste keer met een 3gym klas die lekker meededen. Maar er waren ook leerlingen die ondertussen sommetjes aan het maken waren (een paar excellente leerlingen). Benadrukt dat zo’n half uurtje nadenken over hoe je studeert, ook voor hen van belang is (wellicht: juist voor hen van belang is).
De tweede groep, 3vwo, was was weerbarstiger. De sfeer in de groep is voor enkelen niet helemaal veilig, wat antwoord geven lastig maakt, en men wilde toch eigenlijk gewoon sommetjes maken. Die moesten dus meer aangezet worden om mee te doen. Een volgende keer vooraf toch het waarom van zo’n les nog een keer bespreken.
Praktisch
Deze aanpak duurde ongeveer 30 minuten. Bij elke opdracht wordt gestart met de (krappe) tijd zodat er doorgewerkt wordt. Terwijl leerlingen antwoord geven schrijf ik mee zodat leerlingen kunnen zien hoe de aantekeningen er uit kunnen zien. Hiervoor gebruik ik een documentcamera.
Terugblik
Was het nou een toepassing van de schrijftaken die Lemov beschrijft? Wat betreft de start wel. Maar bij de inventarisatie van de weet-punten was dat al losgelaten. De vervolgopdrachten moeten ook in de vorm van een schrijfopdracht geformuleerd worden. Vooral het aanvullen van de eigen zin, zodat er uiteindelijk één kloppende en lopende zin komt waarmee het hoofdstuk samengevat wordt.
Later een paar leerlingen gesproken uit de eerste groep. Die vonden het nuttig. Eindelijk zicht op de grote lijn uit het hoofdstuk en wat ze moesten weten.
Literatuur
Lemov, D. (2021). Teach like a Champion 3.0: 63 techniques that put students on the path to college. (1ste dr.). Jossey-Bass.
In vertaling
Lemov, D. (2022). Teach like a champion 3.0. 63 technieken waarmee je je leerlingen laat excelleren (R. Jacobs, S. Smit, C. van Doornen, M. Palmbergen, D. van der Meer, & L. Niemantsverdriet, Red.; A. Roelofsz & D. van Steekelenburg, Vert.; 1e dr.). CED-groep.
1 Pingback