Op Twitter kwam de volgende quote langs: “If you are born poor it’s not your mistake but if you die poor it’s your mistake“. @quoteresearch, een account dat zich specialiseert in het checken van citaten, meldde dat er geen bewijs was dat Bill Gates dit gezegd zou hebben. Fijn. Met dat vastgesteld, kunnen we ook naar de quote zelf kijken. En dan is het een typisch geval van Survivor Bias. Oftewel, degene die aan een kenmerk voldoet is een uitzondering en meent dat niet te zijn. Bill Gates is zo iemand
Meer bij huis het deed mij ook denken aan een column van Sander Schimmelpenninck @SanderSchimmelp enige tijd geleden, die succesvolle zakenlieden die beweren “alles zelf gedaan te hebben” er van langs gaf omdat ze de factor geluk en de bijdrage van de samenleving onderschatten of ontkennen. Ook deze succesvolle mensen hebben last van survivor bias. Ze vergeten alle mensen die hetzelfde geprobeerd hebben maar waarbij de dromen niet uitgekomen zijn. Om wat voor reden dan ook.
Survivor Bias verklaarde voor mij ook de -eeuwige- discussie over bevoegd en bekwaam als het gaat om docenten. Wanneer iemand beweert dat bevoegdheden echt nodig zijn, is er altijd wel iemand die een voorbeeld geeft van een succesvolle docente die niet bevoegd is. Of een bevoegde docente die niet bekwaam is. Redenerend vanuit een enkele waarneming menen ze dat het niet belangrijk is dat een docent bevoegd is. Het was de quote (die niet van Bill Gates is) die mij de systematiek liet zien. Door bevoegd en bekwaam in een simpel assenstelsel tegenover elkaar te zetten, ga ik proberen meer duidelijkheid te geven. Ik loop de kwadranten netjes af, van I, II, III naar IV.
In vak I hebben we natuurlijk de bevoegde en bekwame docenten. Als het goed is zijn deze in de meerderheid in het onderwijs. Zij hebben een opleiding gevolgd, hebben geleerd, geoefend, werkervaring opgedaan en zijn na een aantal jaren na het behalen van hun bevoegdheid de zelfstandig werkende professionals die het onderwijs draaiend houden. Ze zitten helemaal op de goede plek. Het is als het goed is de grote meerderheid van de docenten op een school.
In mijn eigen schooltijd heb ik veel les gehad van bevoegde en bekwame docenten. Eén heb ik als beeld voor mij voor de wiskundedocent die ik zelf graag wil zijn. Maar ook van de bevoegde wiskundedocent die ik niet wilde zijn, zie ik nu steeds meer de kwaliteit die hij in zijn lessen stopte. Wat ik als leerling niet bekwaam lesgeven vond, zie ik nu als docent wél als bekwaam. Ik verschuif van de een naar de ander. Het kan verkeren.
Kijk ik naar het team docenten dat mijn huidige mentorklas lesgeeft, dan zie ik voornamelijk bevoegde en bekwame collega’s. De school waar ik werk mag zich daar gelukkig mee prijzen.
Natuurlijk heb je ook de bevoegde docenten die niet bekwaam zijn. We hebben het dan over vak II. Hoe kan dat? Eenvoudig: bij elke meting zit een meetfout. Er is altijd wel iemand die de bevoegdheid krijgt, die die eigenlijk niet zou hebben moeten krijgen. Net zoals een liter fris geen liter is, maar ongeveer een liter, je goede en slechte huisartsen hebt, je goede en slechte autorijders, heb je docenten die het diploma niet verdienen.
Wie de onbekwame bevoegde docenten zijn, is op veel scholen bekend. Elke docent kan dat vertellen, elke leerling kan dat vertellen. Het zijn wel de docenten die de meeste mensen lang na hun schooltijd nog kunnen aanwijzen. Als het goed is zijn het er niet veel.
Het docententeam dat mijn huidige mentorklas lesgeeft heeft ook één collega die in mijn ogen niet bekwaam (genoeg) is. Eén op de 13, bijna 8 procent. Je kan zeggen dat elke onbekwame docent er één teveel is. Maar nuance is op zijn plaats: wat voor de ene klas niet de juiste docent is, kan dat voor een andere klas wel zijn. Die ene (in mijn ogen) onbekwame docent wordt pas een probleem wanneer die voor alle klassen een onbekwame docent is.
Vanzelfsprekend zijn er ook mensen die noch bevoegd, noch bekwaam zijn, die vinden we in vak III. Het zijn de studenten die op de opleiding terecht geen voldoendes halen. Het zijn de onbevoegde collega’s waarbij de schoolleiding niet de randjes van de CAO op zoekt om ze binnenboord te houden. Het is hard, maar uiteindelijk hoort het zo te gaan. Niet iedereen is geschikt voor elk beroep, niet iedereen is geschikt voor het onderwijs.
Hoe groot de groep ex-“docenten” is, weet niemand. Het zijn niet de mensen die op een verjaardagsfeestje vertellen dat ze niet geslaagd zijn voor de lerarenopleiding / Pabo. Of die vertellen dat ze -weer- geen verlenging of vaste aanstelling gekregen hebben en daarom maar het onderwijs uit gegaan zijn. Ze zijn onzichtbaar voor de sector en werken elders. En dat is beter voor iedereen.
Het lerarentekort maakt dat veel mensen een kans in het onderwijs krijgen. Enerzijds is dat goed, het is één manier om talent voor onderwijs te ontdekken. Echter, zelf ben ik uiteindelijk tot de conclusie gekomen dat “geen les” beter is dan “slecht les”. Iedereen mag het proberen, lesgeven, maar of het gaat lukken is veelal snel duidelijk. En dan moet de poging ook snel stoppen.
Mijn huidige mentorklas heeft gelukkig geen les van onbevoegde en onbekwame docenten. Eén van de andere klassen die ik dit jaar lesgeef heeft een geschiedenis van juist veel wiskundelessen die onbevoegd en onbekwaam gegeven zijn. Soms lopen die dingen zo. De leerlingen (en ik) hebben er nog bijna elke les last van.
De laatste groep zijn diegenen die wel bekwaam zijn, maar niet bevoegd in vak IV . In dit vak zitten allereerst de talentvolle studenten aan de lerarenopleidingen. Maar ook de studenten die het maar niet lukt om de studie af te ronden. Die, omdat ze volgens de CAO niet vast aangesteld kunnen worden, van contract naar contract gaan. Die afspraken met hun school maken voor het (weer) oppakken van de studie, maar daar steeds niet in slagen die ook echt af te ronden. En iedereen ken er wel één of meerdere. Ze worden in de socials en op verjaardagen ook vaak besproken. Die goede docent, hart voor de leerlingen en goede resultaten was toch niet bevoegd. Deze docenten zijn voorbeeld van een survivor bias. Het zijn er maar een paar. Ondanks het systeem van bevoegdheden en CAO-afspraken, houden ze stand en doen (meestal) hun werk goed. Zij zijn de uitzondering die laten zien “dat bevoegdheden niet belangrijk zijn”. Net zoals andere succesvolle mensen die beweren dat “diploma’s niet belangrijk zijn”. De hoogleraar die beweert dat “kennis niet belangrijk is”, de succesvolle zakenman die zonder één diploma een goedlopende zaak heeft.
Op elke wat grotere school zijn er een paar van dit soort collega’s. Al jarenlang aan het werk, maar niet in staat om het vak X met een voldoende af te sluiten; niet in staat hun werk en studie zo in te regelen dat er studievoortgang was; niet in staat het reflectieverslag op niveau te krijgen; niet in staat om verslagen (maar ook proefwerkcijfers) op tijd in te leveren; teveel focus op welbevinden, te weinig op de lesinhoud en daarom de studie verwaarlozen, te weinig reflectief vermogen, enzovoort. Docenten die veelal beweren dat het vak dat ze steeds weer niet afronden “toch niet belangrijk is”.
Net zoals bij “niet bevoegd – niet bekwaam”, ontbreekt kennis en/of een vaardigheid die voor het vak wél van belang is. Want voor lesgeven verlangen we in Nederland een bijbehorende afgeronde HBO / WO opleiding. Vakinhoud, kunnen lesgeven, kunnen reflecteren, kunnen organiseren. Het is een complex beroep. Lukt dat niet, dan ontbreekt er iets en komen leerlingen tekort.
In deze groep zitten ook de docenten die de bevoegdheid onterecht niet hebben. Ook de opleiding maakt fouten bij de beoordeling. Een onterechte onvoldoende, een onterechte afwijzing komt voor. Net zoals die op elke andere school voor komt. Zo lang onderwijs en beoordeling mensenwerk is, komt dit overal in de hele samenleving voor. Helaas.
Wanneer bestuurders, politici of buitenstaanders, beweren dat een bevoegdheid niet nodig is, hebben het vaak over docenten in vak II of IV. Eénlingen die (niet) de omstandigheden troffen om hun werk goed te doen.
Survivor bias op Wikipedia
23 augustus 2021 op 11:08
Bevoegd ben je.
Bekwaam moet je blijven.
Ik mis het bijblijven door middel van doorlopende professionalisering. Zoals jij altijd laat zien in je blogs en op Twitter. Het lastige van bevoegdheid vind ik namelijk dat deze oneindig is. Je blijft bevoegd. (aantekening J behaald in 1960 maakt dat je nu nog steeds gymles mag geven op de basisschool al kun je zelf niet eens een koprol maken).
Bekwaamheid daarentegen moet je bijhouden. Je moet op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen in je vakgebied. Daar wringt het wat mij betreft soms bij de ‘eeuwig bevoegde leraar’.
Een voorbeeld vanuit een ander perspectief om dat te illustreren. Stel: je leidt koks op.
Wil je dan dat de docent het vak koken in de vingers heeft en ervaring in het bedrijfsleven uitstraalt of wil je dat hij kan uitleggen hoe je een aardappel moet koken? Het is een uitgekauwd voorbeeld dat weet ik, maar toch.
Ik denk dat de discussie bevoegd/bekwaam misschien wat meer nuance zou mogen hebben. PO en VO lijken me logisch…..in het beroepsonderwijs blijf ik de combinatie ervaring in het vak dat je geeft in combinatie met didactische vaardigheden interessanter vinden.
Ik was/ben een tegenstander van het lerarendossier als afvinklijstje, maar een groot voorstander van een bekwaamheidsdossier voor elke werkende. Dat zou een oplossing kunnen zijn om bekwaamheid aan te tonen en zo bevoegd te blijven.