De toets is afgenomen, de stapel papier ligt op het bureau. De rode (of groene) pen in de hand en dan vol goede moed aan de slag. Nakijken. Wat ervaringspunten uit mijn leservaring als docent wiskunde op een rijtje. Basale ervaring, maar die ik zelf in de praktijk heb moeten leren, vooral van een collega die zei: “kom even langs zodra je gaat nakijken, want ook dat is een vaardigheid die je moet leren”. Ik mopper niet vaak op mijn 2e graads opleiding, maar dat zat er echt niet in. Kortom, in deze editie aandacht voor een ambachtelijk deel van het werk als docent.
Fouten, je leert er het meest van…
Hoe je moest nakijken, wat slim is, en wat minder, dat heb ik door schade en schande voor mijzelf op een rijtje gezet. De grote lijn, want het gaat eigenlijk niet om de tips, maar om de gedachte er achter, is dat je het nakijken zo moet organiseren dat je vrij vlot gemaakte nakijkfouten kunt herstellen. Inderdaad, ga er vanuit dat je bij het nakijken fouten maakt.
Ook moet het eenvoudig zijn om de opgaven te analyseren. Dus de beoordeling moet zo op het werk van de leerling terecht komen dat het daarna makkelijk over te nemen is.
Als laatste, moeten de gegevens die de toets oplevert, ook beschikbaar blijven als het werk aan de leerling teruggegeven is.
Wanneer
Je verkleint het aantal fouten tijdens het nakijken wanneer je:
- Uitgerust en fris bent
- Je niet afgeleid wordt
- De werkomstandigheden optimaal zijn (koffie, muziekje, verlichting, stoel, etc.).
Voor mij betekende dat: zaterdagochtend tussen 10:00 en 13:00. Eventueel zondag weer. Meer niet.
Start
Begin met alle papieren van leerlingen op orde te maken. Alles in dezelfde volgorde, namen op alfabet (later handig), werk eventueel aan elkaar nieten zodat de inspanning van dit werk ook blijvend is. Kortom, een nette stapel werk.
En dan..
Vooraan beginnen
“Elke grote reis begint met de eerste stap”, oftewel, dan is het een kwestie van vooraan beginnen. Ikzelf nam de opgaven er nog een keer bij en maakte die zelf. Extra ruim, dus met extra plek voor commentaar. Dan kijk je eerst alle opgaven 1 na. Doordat je eerst de opgave zelf uitgewerkt hebt, weet je de correcte antwoorden weer uit je hoofd en kan je een hele opgave (en bij examen wiskunde kunnen die lang zijn), in één keer nakijken.
Daarna opgave 2
Daarna opgave 3.
Daarna opgave ..
Fouten streep je aan in het werk van de leerling. Punten schrijf je in de kantlijn. Zo kunnen leerlingen zien hoe je nagekeken hebt. Wanneer er geen punten behaald zijn, schrijf je 0 (nul) op. Dan is ook dat duidelijk (anders krijg je de opmerking: u heeft geen punten gegeven..).
Bij proefwerken is het natuurlijk goed om aanwijzingen bij de uitwerkingen te zetten. Op het CSE heeft dat alleen nut wanneer je verwacht dat de leerling het werk gaat inzien.
Wanneer je klaar bent, tel je de punten op per pagina. Daarna tel je op de voorkant van de uitwerking de pagina-totalen op. Vooral wanneer je veel punten in een toets hebt (en waarom niet?a), voorkom je zo optel-vergissingen.
Nakijken per opgave
Je kijkt na per opgave omdat:
- Je dan de antwoorden van die opgave ook kunt onthouden. Je hoeft dan niet steeds het nakijkvoorschrift te raadplegen.
- Je a) makkelijker veel gemaakte alternatieve oplossingen of fouten kunt herkennen en b) daar consequent punten aan kunt toekennen. Ook dat weet je dan uit je hoofd, zodat je niet eindeloos in de stapel werk terug hoeft te bladeren.
- Je het “halo-effect” voorkomt. Als je weet van wie je het werk aan het nakijken bent, beoordeel je anders dan als je dat niet weet. Ontkennen helpt niet, het is zo. Bergen onderzoek dit dit bevestigen.
Van ruwe data naar gegevens
Het bestand
Aan het einde van het proces, heb je een stapel uitwerkingen met daarin de correcties en de toegekende punten. Die voer je in in Excel.
Je maakt aan het begin van het jaar een bestand per klas (of per groep parallelklassen) en dat ziet er ongeveer zo uit:
Per regel zie je:
- Naam leerling (A)
- Cijfer voor het werk (B)
- Aantal behaalde punten (C)
- Punten voor opgave 1 (E,F,G)
- Punten voor opgave 2 (H, I).
In de kolommen
- Kolom A: naam leerling
- Kolom B: cijfer van de leerling. Dit is de formule: =C5/$D$3*9+1, oftewel, het aantal behaalde punten uit kolom C, gedeeld door het totaal te behalen aantal punten van deze toets (D3), maal 9 + 1.
- Kolom C: het totaal aantal behaalde punten. Dit is de formule =SOM(E5:I5), oftewel de optelling van de kolommen E, F, G, H, I voor regel 5.
- Kolom E, F, G, H, I (en verder) bevatten de toegekende punten per (deel)opgave.
Ben je handig met Excel, dan is vervolgens alles mogelijk.
- Controle of het ingevoerde aantal punten wel kan gelet op het aantal punten voor die (deel)opgave
- Totalen per opgave
- Correlaties per opgave naar het totaal aantal punten
- Samennemen van alle toetsen zodat een jaaroverzicht ontstaat
- Samennemen van alle toetsen van alle parallelklassen zodat bij de beoordeling van de opgaven meer gegevens beschikbaar zijn
- Samennemen van alle toetsen van alle parallelklassen zodat klassen vergeleken kunnen worden
- enz.
Invoer: the first frontier
Voor de invoer geldt: maak een keuze. Of per opgave, of per leerling. Vervolgens neem de je punten uit de kantlijn over in Excelb. Je kunt Excel zo afstellen dat wanneer je punten ingevoerd hebt, er automatisch een stapje naar rechts of naar onder gedaan wordt. Vandaar de keuze. En dan blijft overnemen een klein klusje.
Bij het overnemen zit de eerste fout-controle. Komt het genoteerde totaal op het werk overeen met het totaal in kolom C? Zo niet, waarom niet? Dan is de eerste foutenjacht begonnen.
Werk teruggeven, the last frontier
Het werk teruggeven aan de leerlingen vond ik altijd spannend. Nu werd een deel van mijn werk beoordeeld. Bij het teruggeven is de instructie:
- Tel de punten na, er zitten fouten in.
- Doe de berekening om van punten naar het cijfer te komen zelf ook
- Klopt er iets niet? Kom dan langs.
Met het bestand open op de computer, konden vervolgens de gevonden foutjes gecorrigeerd worden, het puntenaantal en het cijfer vlot aangepast. Was alles in orde, dan voorzag ik het gedeelte van het werkblad met de punten per (deel)opgave van een wachtwoord zodat vergissingen niet meer mogelijk waren.
Oftewel
Nakijken is een ambacht met wat randvoorwaarden. De gevolgde procedure moet nakijkfouten voorkomen en herstel van die fouten eenvoudig maken. Daarnaast moeten de gegevens van de toets verder bewerkt kunnen worden, ook als het werk teruggegeven is. In deze blogpost een aanpak die aan deze voorwaarden voldoet. Elke aanpak is een goede aanpak, zolang aan de voorwaarden voldaan is. Daar als docent je eigen weg in vinden is een basisbekwaamheid.
—
a Een collega had de gewoonte om halve en kwart-punten te geven bij een totaal van 20 punten in de toets, maar mopperde over het optellen van al die breuken. Het idee om er dan maar 80 punten van te maken was een revelatie en maakte het optellen makkelijker.
b Ik noem hier Excel, de de-facto standaard, maar Libre-office of Open Office hebben ook prima spreadsheets die dit allemaal ook foutloos doen. En er zijn er meer…
1 Pingback