Toetsen en docenten horen bij elkaar als Duitsland en het Oktoberfest. Niet zonder discussie, maar het is, hoe er ook tegenaan gekeken wordt, een essentieel onderdeel van het werk van een docent om een oordeel over het leren van een leerling uit te spreken. En wanneer je dat doet, al dan niet met tegenzin, is het zaak om dat volgens de regelen der kunst te doen. Over de voorbereiding van toetsen zijn bibliotheken volgeschreven, over het nawerk weinig. Deel drie over het belang van werken volgens de regelen der kunst, namelijk de fouten die er gemaakt worden.

Loopbaan

Gedurende de schoolloopbaan van een Nederlander, worden er over hem/haar een groot aantal beslissingen genomen. Het proefwerk is gemaakt, de beslissing van de docent is dat er een voldoende gegeven wordt.

Volgens de klassieke testtheorie (dit is een naam, geen beschrijving), kan het niet anders dan dat er bij een meting een meetfout gemaakt wordt. Net zoals de thermometer in een beker water het water iets opwarmt (of afkoelt), creëert de toetssituatie een kunstmatigheid die de prestatie beïnvloedt. Ondanks die meetfout wordt er toch een beslissing genomen.

Mogelijkheden

Wanneer er een beslissing genomen moet worden, dan zijn er vier mogelijkheden die in de tabel weergegeven zijn (vrij naar Slotboom) (Slotboom, 1996).

Werkelijke toestand
Onbekwaam Bekwaam
Oordeel docent Onbekwaam Correcte beslissing.Leerling krijgt onvoldoende Foute beslissing.Leerling krijgt onvoldoende.

Type II

Bekwaam Foute beslissing.Leerling krijgt voldoende.

Type 1.

Correcte beslissing.Leerling krijgt voldoende.

Belangrijk hierbij is dat we de “Werkelijke toestand” niet weten. Immers, als er altijd en steeds weer een meetfout gemaakt wordt, weten we niet wat de werkelijkheid is.

In de wetenschap wordt er, wanneer er onderzoek gedaan wordt naar het effect van bijvoorbeeld een nieuwe onderwijsmethode, gestart met de gedachte dat de nieuwe methode even goed / slecht is als de oude. De eerste fout die je dan kan maken, is dat je een leerling bekwaam verklaart, terwijl deze dat niet is. Dit heet een Type 1 fout. Je kan ook concluderen dat de leerling niet bekwaam is, terwijl deze het wel is. Dit heet een Type 2 fout. De twee overgebleven vakjes in het schema geven de correcte beslissingen weer.

Het meest erg..

In de wetenschap is er een niet aflatende discussie welke Type fout met meest verwerpelijk is. Dat blijkt per wetenschapsgebied te verschillen. De Type 1 fout is de onterechte voldoende. De schade hiervan komt vooral bij de maatschappij te liggen: een diploma dat minder waard is dan gedacht, fouten gemaakt bij het werk enz. De Type 2 fout is de onterechte onvoldoende. De schade hiervan komt vooral bij de leerling te liggen. Extra studietijd, zitten blijven, diploma niet halen enz. De individuele schade die uiteindelijk ook leidt tot maatschappelijke schade: langere verblijftijd in het onderwijs kost nu eenmaal geld.

De schade, vooral aan de individuele leerling, moet voorkomen worden, want voor de economische schade komt de individuele emotionele schade. Die schades voorkomen is ook de taak van de docent.

Boek

Slotboom, A. (1996). Statistiek in woorden. De meest voorkomende termen en technieken. (2 ed.). Groningen: Wolters Noordhoff.