Het programma wiskunde in 3v zit vol. Er wordt al vrolijk geschrapt en ingekort, harde keuzes gemaakt. Eén van de keuzes is om leerlingen een paar keer hun proefwerk zelf na te laten kijken. In een eerdere serie blogpost al over geschreven. Deze aanpak is eenvoudiger.

In de vaksectie werd ons duidelijk dat we elk jaar nieuwe proefwerken samenstelden. Omdat we bijna zeker weten dat de opgaven in omloop zijn. Wanneer je dat toch al doet, waarom geef je de opgaven dan niet vrij? Dan hebben alle leerlingen daar wat aan en niet alleen de leerlingen die in het kringetje zitten waarin de opgaven rondgaan. En daarmee werd zelf nakijken mogelijk.

Proefwerk is gemaakt. En dan?

  1. Nummeren. Noteer op een vaste plek de versie en het nummer van het blaadje. Dan weet je hoeveel velletjes een leerling ingeleverd heeft. Doe dit zo snel mogelijk na het proefwerk. Leerlingen doen dat vaak ook, maar ik heb ook meegemaakt dat er mee geknoeid wordt, dus doe dit zelf. Door het zelf te doen, komt het ook steeds op dezelfde plek te staan en dat zoekt makkelijker. Lemov (2021) noemt dit Standardize the Format.
  2. Scannen. Moderne kopieermachines kunnen ook scannen. Op de school waar ik werk is de output is een pdf die in mijn mailbox terecht komt.
  3. Leerlingen kijken hun werk na. Dat doen ze op hun eigen gemaakte werk. Ze hebben daar de opgaven en de uitwerkingen voor nodig, die zet ik in de Elektronische Leer Omgeving. Zichtbaar tijdens het nakijken, onzichtbaar naderhand.
  4. Docent kijkt het werk na, op het gemaakte en door de leerling nagekeken werk. Je hebt dan niet alleen de antwoorden op de opgaven, maar ook het oordeel van de leerling over dat antwoord. Hierbij controleer je dus niet alleen of het antwoord goed is, maar ook of er correct is nagekeken. Soms betekent dat alleen maar het goedkeuren van het oordeel van de leerling, soms moet het nakijken opnieuw gedaan worden.
    Bij het nakijken houd ik de scans bij de hand. Soms wordt er wat aan de uitwerkingen veranderd. Op de een of andere manier valt dat altijd op, de scan geeft dan uitsluitsel.
  5. Nagekeken werk scannen. Op het proefwerk staan dus nu de punten van de leerling naast de punten van de docent. De punten van mij zijn doorslaggevend. Ervaring leert dat leerlingen best redelijk nakijken. Soms zijn ze te makkelijk, soms te streng.
  6. Werk teruggeven aan de leerling. Klassikaal nabespreken is dan niet meer nodig, leerlingen mogen wel individueel een afspraak maken om het werk te bespreken. Meestal gaat het om één of twee kleine dingetjes, kan ook in de les.

Bij het zelf nakijken gelden de volgende regels:

  1. Je kijkt na met een pen / potlood die duidelijk anders is dan waarmee je je werk gemaakt hebt.
  2. Je schrijft de punten die je jezelf geeft in de kantlijn. Op een andere plek lees ik ze niet.
  3. Nakijken is moeilijk. Bij twijfel zet je een vraagteken in de kantlijn.
  4. Wanneer je een antwoord goed rekent, dat overduidelijk niet correct is, negeer je het nakijkvoorschrift en krijg je nul punten voor de hele opgaven (ook 3a, 3b en 3c als je dit bij 3d doet).
  5. Wanneer je eerst verbetert en dan nakijkt, heb je een 1 voor het proefwerk. Het bewijs is de scan die vooraf gemaakt is.

 

Foto: Arthur Rothstein for the Office of War Information

Lemov, D. (2021). Teach like a Champion 3.0: 63 techniques that put students on the path to college. (1ste dr.). Jossey-Bass.