Teach Like a Champion 3.0 is de nieuwe editie van het bekende werk van Lemov. De vorige editie ben ik begonnen met lezen en bespreken, maar vrij in het begin gestrand. Met de nieuwe editie een nieuwe poging. In deze post bespreek ik hoofdstuk 7: Building Ratio Through Questioning. De inhoudsopgave is klikbaar, zodat je snel bij je keuze bent. Vind je het leuk? Vragen, opmerkingen? Laat commentaar achter!

Dit hoofdstuk gaat over het belangrijkste stuk gereedschap dat een docent heeft: vragen stellen. Het hoofdstuk start met een zeer uitgebreide introductie. Daarin wordt niet alleen h7, maar ook h8 en h9 besproken. Hierdoor wordt de grote lijn en het verband tussen deze hoofdstukken duidelijk. In hoofdstuk 7 daarna aandacht voor zes technieken.

Dit hoofdstuk is het eerste in de drieslag Building Ratio Throug…. Dit hoofdstuk 7 over vragen stellen, hoofdstuk 8 over schrijven en het laatste hoofdstuk 9 over discussiëren.


Introductie

Hoe bevorder je dat leerlingen nadenken in de les? Dat staat centraal. In ieder geval moeten ze meedoen. En daar gaan hoofdstukken 7, 8 en 9 over. Nadenken en meedoen. Hoofdstuk 7 gaat in op het stellen van vragen, waarbij de meest belangrijke Cold Call uitgebreid besproken gaat worden. Hoofdstuk 8 bespreekt hoe schrijven het denken en meedoen kan bevorderen. Het laatste hoofdstuk in deze trits, hoofdstuk 9 bespreekt het inzetten van discussies / leergesprekken.

Om ergens over te kunnen nadenken, heb je wel een basis nodig. Een kennisbasis. In die kennisbasis zitten vooral feiten en hun onderlinge samenhang. Wil je creatief of kritisch kunnen nadenken, dan heb je achtergrondkennis, basiskennis nodig. Want creativiteit is niet meer of minder dan het op een nieuwe manier combineren van bekende elementen. In de noten bespreekt Lemov het interview van Paul Simon in de Dick Cavett show. Simon vertelt hierin hoe het werk van Bach hem geïnspireerd heeft bij het schrijven van Bridge over Troubled Water en hoe hij delen van het werk in dat nummer verwerkt heeft. Dan moet je dus wel weten dat dat werk van Bach bestaat en welke kenmerken het heeft. Jammer dat dit niet in de gewone tekst staat en verstopt is in de noten.
Kritisch nadenken daarnaast, bestaat vooral uit het vergelijken van feiten in situatie A met feiten in situatie B. Ook weer: die feiten moet je dan wel weten.

Wanneer er vragen gesteld worden in de les, zorgt dat er voor dat leerlingen gaan nadenken. De manier van vragen, het type vraag, stuurt hierbij hun denken. Maar ook het verwachte antwoord stuurt het denken. Wanneer alleen een eindantwoord voldoende is, ontstaat er een ander denkpatroon dan wanneer er ook uitleg gegeven moet worden.
Leerlingen die na een vraag ongevraagd een antwoord door het lokaal roepen, verstoren het denken en het denken over het antwoord.

Er is veel te zeggen over het opstellen van vragen. Vooraf twee dingen: 1) voorbereiding. Goede vragen ontstaan niet zomaar. Die moet je voorbereiden. 2) Bedenk goed wat het doel van de vraag is.

  1. Discovery. Het ontdekken van nieuwe concepten / feiten.
  2. Application. Toepassen van wat eerder geleerd is.
  3. Check for understanding. Hebben we wat er eerder geleerd is, ook echt begrepen.
  4. Retrieval Practice. Terughalen van voorkennis.
  5. Perception based questions. Vragen waarbij leerlingen moeten vertellen wat hen opvalt.
    Lemov werkt dit uit in een voorbeeld van een hele pagina. Weggelaten in de Nederlandse vertaling, waarmee dit een beetje in het water valt.

Technique 32: Phrasing Fundamentals

Hoe komt het dat leerlingen vragen van de docent niet beantwoorden? Allereerst, de vraag is retorisch of lijkt retorisch. En die hoef je toch niet te beantwoorden? Een makkelijke vraag om een les te starten wil nog wel eens zo overkomen. Vooral ja/nee vragen lopen dit risico. De inhoud van de les kan toch niet zo eenvoudig zijn dat ze tot een ja/nee te reduceren is?

Daarnaast kan het gebeuren dat er een vraag gesteld wordt, denkpauze en dat bij het herformuleren de vraag verandert is. En dan moeten de leerlingen antwoorden op een vraag waar ze nog niet over nagedacht hebben. Komt vooral voor wanneer de vragen niet voorbereid zijn.

Vertaling

In de vertaling heet dit “Goed gevraagd”. De vertaling volgt de Engelse tekst redelijk nauw.

Wat ik doe

Enerzijds kan ik mij niet goed voorstellen dat dit de enige Phrasing Fundamentals zijn. Anderzijds, Lemov heeft er zeker over nagedacht. Eigenlijk weet ik niet zo goed of ik mij “schuldig” maak aan te laag insteken of de inhoud van de vraag veranderen. Moet er maar eens op gaan letten.


Technique 33: Wait Time

Je stelt een vraag en dan.. dan geef je de klas de tijd om over de vraag na te denken. Vervolgens komen de eerste handen omhoog. Maar wacht eens wat langer. Dan weet je dat:

  • Er meer handen omhoog gaan
  • Niet alleen de slimme / goed gebekte leerlingen hun hand omhoog doen
  • De antwoorden van betere kwaliteit zijn
  • Er beter nagedacht wordt
  • Meer feitelijk geredeneerd wordt.

Maar het is niet eenvoudig. Je wilt doooor. En je moet wachten. En dat wachten verhoogt de opbrengst van de vraag. Dus echt de moeite waard. Welke technieken zijn er?

  • Stap 1: Narrate Hands Oftewel, stuur op de handen omhoog. Bijvoorbeeld door te tellen hoeveel handen je ziet, met een minimumaantal dat je wilt zien in je achterhoofd. Maar ook door formuleringen als “zie ik ook de mensen die een vermoeden hebben en het nog niet zeker weten?” Of als het er weinig blijven: OK, handen weg, overleg met je buurman/vrouw en dan kom ik er zo op terug.
  • Stap 2: Prompting thinking skills Dat je tijd geeft om na te denken, betekent niet dat leerlingen weten wat ze moeten doen. Daar kan je specifiek in zijn: noteer wat je bedacht hebt, lees het stukje nog even door, kijk op het bord etc.
  • Stap 3: Make wait time transparant Vertellen hoeveel tijd je geeft, maakt ook duidelijk wat je verwacht. Wanneer je veel tijd geeft, maak je duidelijk dat het niet om de eerste gedachte gaat, maar om een grondig antwoord. En als het veel tijd is, natuurlijk ook duidelijk maken hoeveel tijd er nog is tegen het einde.
  • Stap 4: Give real think time Hou je mond.

Vertaling

In de vertaling heet deze techniek “Korte Stop”. De vertaling volgt de Engelse tekst. Zelf vind ik de vertaling “Korte stop” niet zo terecht. Een halve minuut wachten klinkt kort, maar is het niet.

Wat ik doe

Deze techniek pas ik bijna elke les toe. Allereerst maak ik duidelijk of ik wel handen in de lucht wil. Daarna geef ik ruim tijd om de vraag te beantwoorden. Tel vervolgens de handen die ik zie, maak daarbij duidelijk dat het best een hoog percentage van de leerlingen moet zijn. Wanneer dat niet gebeurt, pas ik de vraag aan. Knip hem in stukjes (of iets dergelijks). Van deze techniek heb ik geleerd om willekeurige tijden te noemen (vier en een halve minuut voor deze opgave), en om ongeveer een minuut voor het einde dat te noemen (nog één minuut!).


Technique 34: Cold Call

Cold Call is waarschijnlijk de meest eenvoudige en meest effectieve techniek voor in de les. Het is, niet meer en niet minder, het gericht vragen aan leerlingen, ongeacht of ze hun hand opgestoken hebben. Het is een aanpak die routine is, die betrokkenheid bij de les onderstreept. De docent stelt een vraag, je wacht en noemt dan de naam van de leerling die de vraag moet beantwoorden. De principes van deze techniek:

Principle 1: Keep Cold Call positive

Cold Call moet een positieve ervaring zijn, dat motiveert leerlingen enorm. Dus het is een eer om een vraag te mogen beantwoorden, er wordt serieus naar het antwoord geluisterd (ook door klasgenoten) en de docent stuurt aan op succes. De vraag hoeft niet makkelijk te zijn, de uitdaging moet wel echt zijn. En natuurlijk, de vraag en het antwoord moeten duidelijk zijn.

Het moet niet alleen duidelijk zijn wat de leerling moet doen wanneer hij/zij het antwoord weet, het moet ook duidelijk zijn wat als dat niet het geval is. Bespreek dat, geef daar instructie over.

Principle 2: Make Cold Call predictable

Cold Call moet een positieve ervaring zijn. Het is dus ook niet bedoeld om leerlingen die wegdromen, zich misdragen, weer bij de les te halen. Het gaat alleen om de inhoud van de les. En dan gewoon veel doen. Heel veel doen. Dan went het vanzelf. Leerlingen vertellen waar ze aan toe zijn, is een middel om duidelijk te maken wat je verwacht. Cold Call: geen vingers, je krijgt de beurt. Warm Call, wel vingers. Onderwijsleergesprek .. etc.

Wat bijdraagt is dat je geoefend hebt met Cold Call.

Principle 3: Cold Call should feel universal

Leerlingen moeten bij Cold Call het (terechte) gevoel hebben dat iedereen in het lokaal de vraag kan krijgen. Of je nou slim, zwak, braaf of vervelend bent, daar gaat het allemaal niet om. Cold Call is een gewoon onderdeel van de les.

Maar de keuze van wie je vraagt kan ook ingegeven zijn doordat je het antwoord van die ene leerling wil horen. Om de leerling duidelijk te maken dat zijn bijdrage ook belangrijk is.

Principle 4: Cold Call intentionally

Deze gaat door op het vorige Principle. Cold Call is niet random, het lijkt voor leerlingen random. Maar je beslist tevoren wie je de vraag gaat geven. Met een lijstje namen in de de voorbereiding, op basis van toetsresultaten, exit-tickets of andere informatie die van belang is. En zo kan het zijn dat die ene leerling drie, vier keer een vraag krijgt, en anderen daarom geen.

Voor zwakke, bescheiden of angstige leerlingen, kan je gebruik maken van Pre-Call. Je laat de leerling weten dat er een vraag zijn/haar kant op komt. Dat maakt dat deze leerling zich extra kan voorbereiden. Maar ook: leerlingen die snel klaar zijn met een opdracht zet je met een vraag extra in het zonnetje. Bij angstige leerlingen is het verstandig Cold Call in een stil moment onder vier ogen te bespreken. Dit gaat er gebeuren, zo kan je reageren en het komt altijd goed. Maar je krijgt de vraag.

Principle 5: Connect your Cold Calls

Knipt vragen op in deelvragen en verdeel die over de klas. Zorg dat ze op elkaar voortbouwen zodat leerlingen ook naar elkaars antwoord moeten luisteren.

Four purposes for Cold Call

Lemov noemt vier redenen om Cold Call te gebruiken.

  • Purpose 1: Voice equity Met Cold Call, waarbij je er voor zorgt dat je elke leerling hoort, aandacht geeft, bevorder je kansengelijkheid. Het maakt elke leerling duidelijk dat ook hun bijdrage van belang is.
  • Purpose 2: Creating a culture of engaged attention … Cold Call maakt leerlingen duidelijk dat ze in de les zijn om mee te doen.
  • Purpose 3: Checking for understanding Met veel korte vragen, veel leerlingen aan het woord, kan je Retrieval Practice goed toepassen.
  • Purpose 4: Pacing Veel kleine vragen, snel achter elkaar, het wordt een dynamische les.

Two Common but Important Misconceptions

  • Random kiezen. Of het nou een app is of ijsstokjes, Cold Call is niet random. Allereerst omdat ze niet de leerling kiezen die de vraag nodig heeft. Daarnaast duurt het (te) lang om een stokje te kiezen.
  • Hands down. Als je Cold Call doet, mogen leerlingen dan hun hand opsteken? Lemov vindt van wel. Het laat de docent zien dat leerlingen denken een antwoord te kunnen geven én het is een teken van betrokkenheid van de leerlingen. Gewoon laten gebeuren, maar niet de keuze van de leerling er door laten beïnvloeden.

Cold Call in synergy

Cold Call is zelden een zelfstandige werkvorm. Voorafgaand of aansluitend doe je een onderwijsleergesprek, denken – delen – uitwisselen, of wat dan ook.

Timing the name

Net zoals bij de vorige techniek “Wait Time”, is het essentieel om de naam van de leerling pas na een moment om na te denken te noemen. Dus vraag – wachten – naam. Maar ook daar zijn uitzonderingen op. Beginnen met de naam, zorgt er voor dat de leerling in kwestie aandachtiger luistert. Een naam midden in een vraag geeft meer het gevoel van een gesprek.

Vertaling

In de vertaling heet Cold Call “Bliksembeurt”. Hmm.. Bij het lezen van de vertaling overviel mij het gevoel dat het rommelig geschreven was. Terwijl de Engelse tekst redelijk systematisch opgebouwd is.

Wat ik doe

Cold Call is standaardonderdeel van al mijn lessen. In de trits Voordoen, Samen doen Zelf doen geef ik Samen doen vorm met vragen aan leerlingen. Vaak willekeurig, maar zeker ook met een mentaal lijstje van leerlingen die ik wil horen, waarvan ik wil weten of ze de stof begrijpen. Belangrijk is volgens mij de instructie aan klasgenoten over wat geaccepteerd wordt wanneer het antwoord gegeven is. Applaus, lachen, toelachen, uitlachen, het is allemaal een no-no.


Technique 35: Call and Response

Docent stelt een vraag en de hele klas zegt het antwoord in koor. Dat is Call and Response. De voorbeelden die gegeven worden zijn uit het primair en uit het talenonderwijs, waarbij nieuwe woorden correct uitspreken van belang is.

Lemov wijst in de toelichting op een ander effect dan het leereffect, namelijk het iets samen doen. Het is onderdeel van de cultuur in een klaslokaal dat je samen werkt en samen leert. Niet meedoen is geen optie.

Juist bij oudere leerlingen is het, aldus Lemov, verstandig om deze techniek helder neer te zetten en spaarzaam te gebruiken.

  • Tel af. “Iedereen samen in 3, 2, 1..”
  • Geef een eenduidige en heldere aanwijzing dat je Call and Response verwacht
  • Ondersteun wat je zegt zo nodig met een gebaar
  • Ondersteun wat je zegt door je stem aan te passen.

Vertaling

In de vertaling heet deze techniek “Vraag en antwoord”. In de vertaling is een voorbeeld van het onhandig (?) gebruik van deze techniek weggelaten. Dat is dan wel weer jammer. In het voorbeeld laat een docent een som uitrekenen en het antwoord is “32 ballen”. De leerling heeft alleen 32 als antwoord gegeven, de docent laat de klas “ballen” herhalen. De vraag is wat leerlingen meekrijgen. Dat een antwoord compleet moet zijn, of dat het om ballen ging.

Wat ik doe

Voor mij is deze techniek in de les een grote onbekende. Als mentor heb ik wel eens bij een sporttournooi aan de klas gevraagd: klas 2he, laat je horen in 3, 2, 1…


Technique 36: Means of Participation

De Means of participation gaat er om dat je als docent steeds duidelijk bent over hoe leerlingen mee moeten doen met de les. Wil je Cold Call, overleg of dat leerlingen wat opschrijven? Je moet daar duidelijk in zijn. Dit krijg je voor elkaar door dit steeds te benoemen en je repertoire vervolgens langzaam uit te bouwen.

Het gaat hierbij vooral om het opbouwen van routines. Cold call start altijd met … , samenwerken start altijd met en heeft volgende regels, etc. In het boek staat een schema van de manier van meedoen, de verwachtingen die je als docent hebt, het startpunt en een toelichting. Erg handig.

Lemov verwijst naar Adam Boxer, die duidelijk maakt dat je bij instructies, de opdracht zo moet geven dat leerlingen pas aan het werk kunnen als de instructie klaar is. Dus niet: beantwoord deze vraag, doe dat in tweetallen en noteer het gezamenlijke antwoord. Maar wel: In tweetallen ga je de volgende vraag beantwoorden. Je noteert wat je samen bedacht hebt, en de vraag is …

In een kader bespreekt Lemov de Online uitvoering van deze techniek. Wellicht is die daar het meest van belang, omdat je als docent vaak niet door hebt wat leerlingen wel en niet doen. Hij verwijst naar ervaringen van een school die hier een set icoontjes voor is gaan gebruiken. Een idee dat in een klaslokaal ook kan. Classroomscreen heeft daar enkele van.

Vertaling

In de vertaling heet dit “Interactieve routines”. In de vertaling, die het origineel nauw volgt, is de lay-out van het voorbeeld over frontloading van Adam Boxer losgelaten. Dat maakt het wat lastiger leesbaar. Overkomelijk. Deze keer is ook het item over Online onderwijs weggelaten, terwijl het een prima idee bevat voor in het klaslokaal, namelijk het gebruik van icoontjes om jouw bedoeling weer te geven.

Wat ik doe

Steeds hetzelfde doen. Klinkt saai, maar maakt de les voor docent en leerling voorspelbaar en overzichtelijk. Een beperkt aantal werkvormen ook echt goed doen, daar leren leerlingen veel van. En dat is wat ik probeer. Met Voordoen – Samen doen – Zelf doen in combi met Cold Call. Meer doe ik vaak niet. En leerlingen zijn dan van mij gewend.


Technique 37: Break it Down

“Break it down” is een reactie op het ontbreken van een goed antwoord van een leerling. De vraag wordt in stukjes geknipt die de leerling wel kan beantwoorden. De stukjes, deelvragen, zijn dan zodanig dat ze een zo klein mogelijke hint geven. Bij de lesvoorbereiding hoort dat je dit in de voorbereiding meeneemt. Hoe kan zo’n kleine hint er uit zien?

  • Geef een voorbeeld. Lemov geeft als voorbeeld: wat is een priemgetal? Leerling weet het niet. Hint kan dan zijn: 7 is priem, 5 ook, en 11 ook.
  • Geef de regel. Kwadrateren van een negatief getal. Leerling: min twee in het kwadraat is min 4. Docent: min keer min is plus. Dus …
  • Geef de ontbrekende of eerste stap. Leerling: eindantwoord is vijftien-zesden. Docent: en nu de helen er uit..
  • Herhaal het antwoord van de leerling. Vaak is het genoeg om het antwoord van de leerling te herhalen om duidelijk te maken dat het niet juist is en dat er nog een keer nagedacht moet worden.
  • Verklein het aantal opties. In de vertaling heet deze “Verkeerde keuzes uitsluiten”.
  • Vernauw de vraag. Bijvoorbeeld: Wat was de aanleiding voor de Amerikaanse Burgeroorlog?, zou kunnen worden: wat was de humanitaire reden voor de Amerikaanse Burgeroorlog (waarbij de economische redenen vervallen).

Lemov bespreekt deze techniek wat slordig. Hij noemt wel het doel, maar kan de acties bij de verschillende aanpakken niet scherp beschrijven. Hij geeft wel voorbeelden, maar geen stappenplan.

Vertaling

Deze techniek heet in de Nederlandse vertaling “Een stapje terug”. Dit dekt naar mijn mening niet de originele titel. Iets opdelen is wat anders als een stapje terug doen. In de vertaling zijn de voorbeelden ingekort.

Wat ik doe

Problemen opdelen in tussenstapjes is dé aanpak bij mijn lessen. De aanpak lijkt op de socratische methode, waarbij door het stellen van vragen een leerling nieuwe kennis zelf “ontdekt” (Zie Collins & Stevens).

Collins, A., & Stevens, A. L. (1983). A cognitive theory of inquiry teaching. In Instructional-design theories and models: An overview of their current status (1ste dr., pp. 247-278). Lawrence Erlbaum Associates.

Terugblik op dit hoofdstuk.

Dit hoofdstuk heeft een duidelijke opbouw. Stel een heldere vraag, geef tijd om na te denken, kies bewust een leerling of laat de hele klas antwoorden en pas het vragen stellen in in je lesopbouw. Alleen de laatste techniek heeft in deze opbouw een rare plek, maar hoort wel degelijk thuis in dit hoofdstuk.

Het stellen van vragen is één van de kern-activiteiten van een docent, elke les weer. Cold Calling is daarbij volgens mij de belangrijkste techniek. Elke les weer.