Eerst de nieuwssite van RTV Utrecht, daarna het AD. Aandacht voor De School van HIP. HIP is voor de stad Utrecht de nieuwste loot in het particulier onderwijs. De reacties waren voorspelbaar, haast Pavlov en hielpen weinig dit fenomeen te begrijpen. De vergelijking met de gezondheidszorg helpt bij de analyse van deze ontwikkeling.

Het bericht van RTV Utrecht viel op, omdat daarin het voornemen wordt genoemd dat HIP niet alleen een huiswerkinstituut start, maar een volwaardige school. En niet alleen een school voor VO, daar zijn er in Utrecht al genoeg van, maar ook een school voor PO. De kop opent met het bedrag (17 500 euro), het bericht vervolgt met een reactie uit de Utrechtse politiek dat dit een ongewenste ontwikkeling is. Wat de reacties gemeenschappelijk hebben is dat ze niet ingaan op de (markt) vraag die HIP beantwoordt.

Het marktaanbod

Een poosje bladen door de site van HIP maakt duidelijk dat HIP (locatiegebonden) maatwerk levert. De ene locatie laat het bij huiswerkbegeleiding en bijles, de andere verzorgt aanvullend taalonderwijs voor basisschoolleerlingen (Huizen), is open op zondag (o.a. Utrecht), is gesloten op zondag (o.a. Harderwijk), open tijdens de schoolvakanties (Bilthoven), is ingetrokken bij een bestaande school (Harderwijk) enz. Kortom, net zoals alle collega’s van HIP, zijn zij complementair aan het gewone onderwijs. Net zoals Luzac en alle andere aanbieders van particulier onderwijs. De voor sommige leerlingen te beperkte reikwijdte van het onderwijs is één van de redenen voor de uitbreiding van het aanbod in Utrecht, aldus mevr Keurentjes van HIP in een ander bericht van RTV Utrecht.

Doet mij denken aan..

Het florerend bestaan van dit aanvullende particuliere onderwijs laat zich in hoofdlijnen vergelijken met de gezondheidszorg. Ook daar is er een uniforme basisvoorziening met de gelegenheid om op eigen kosten aanvullende diensten bij te kopen. De klachten over de gezondheidszorg en dit facet van ons onderwijssysteem komen dan ook redelijk overeen: een aanbod dat ervaren wordt als eenheidsworst en onduidelijkheid over de geleverde kwaliteit. Daar houden de overeenkomsten niet op: mensen zijn bereid zelf veel geld aan hun gezondheid te besteden. Ouders zijn eveneens bereid om veel geld aan de opleiding van hun kinderen te besteden. Het een gaat over het eigen leven in het hier en nu, het andere over het leven van het nageslacht straks.

Voor beide systemen geldt ook dat welvaart de consumptie bepaalt. Van een minimumloon is waarschijnlijk geen aanvullende verzekering te betalen (naast alle andere noodzakelijke uitgaven). Een gemengd systeem van een basisvoorziening met aanvullende diensten bevordert hiermee de verschillen in de samenleving.

Onderwijs en gezondheidszorg hebben ook als overeenkomst dat er altijd meer geld nodig is. De kleine groepen, de mooie faciliteiten (en hopelijk ook de goede beloning voor het personeel), kosten geld. Geld dat het reguliere onderwijs niet krijgt of anders besteedt, getuige de discussies over salaris en onvoldoende materiële faciliteiten.

…. join them

Er is één reguliere school die HIP binnen de muren heeft. Dit geeft gelegenheid tot een gedachte-experiment. Wanneer we naar die vestiging van HIP kijken, zien we een bepaalde belangstelling, uitgedrukt in uren die leerlingen daar doorbrengen en diensten die afgenomen worden. Zou de school in staat zijn om de kosten van de ouders over te nemen? Dan heeft de school een deel van haar taak buiten de eigen organisatie gezet. Iets wat met schoonmaak, gebouwbeheer, ICT etc heel gewoon vinden. Zou dat om veel geld gaan? Waarschijnlijk niet, als percentage van het totaalbudget van die school. Een beetje school voor VO heeft alleen al aan personeel een paar miljoen aan uitgaven. Bijles, huiswerkinstituut, testen afnemen, gaat over een aardig bedrag, maar zonder winstoogmerk kan het behapbaar zijn.
Het verzorgen van onderwijs aan groepen, blijft dan de kerntaak van de school, het leveren van maatwerk, dat een uitzondering is en blijft, wordt dan uitbesteed. Dat is een net organisatiemodel. Goed voor leerlingen en met overzichtelijke kosten.
Analoog: niks staat een Samenwerkingsverband in de weg om individueel onderwijs bij particulier onderwijs in te kopen. Niks staat een PGB houder in de weg om hetzelfde te doen. Je kan over particulier onderwijs mopperen, je kan het ook inzetten. En ja, dan verdienen mensen aan onderwijs. Dat is niks nieuws: uitgevers, ICT-bedrijven, uitzendbureaus doen dat ook.

Het onderwijsaanbod

Wat al het particulier onderwijs duidelijk maakt, is dat de “one size fits all” benadering niet volstaat. Ondertussen hebben wij wel een onderwijssysteem dat in staat is om grote groepen leerlingen te bedienen. De discussie over de inhoud van het reguliere onderwijs is daarmee relevant, want het betreft de meeste leerlingen in Nederland. Het is en blijft echter een discussie over de inhoud van het confectieproduct.

De groei van het particuliere onderwijs, voor zover dat werkelijk complementair is, kan ook gezien worden als een uitdaging om het confectiekarakter van het reguliere onderwijs te verkleinen. Daarmee wordt het ook een politieke keuze. Zo lang het commentaar van de politiek blijft steken op het niveau in de genoemde artikelen, is het eigenlijk een brevet van onvermogen dat de spreker zichzelf geeft. In Rotterdam en Amsterdam hebben wethouders laten zien dat ze geen regels en wetten nodig hebben om het onderwijs in hun stad te beïnvloeden.