Je kan als docent het in de lessen behoorlijk bont maken (als je dat zou willen), maar de bottom-line voor leerlingen is altijd: kan goed uitleggen. En daar wringt het. Wat is dat? En vooral: hoe doe je dat? Nu kan je er de Component Display Theorie van Reigeluth (1983) bij pakken, maar om nou te zeggen dat die toegankelijk of makkelijk toepasbaar is, nee. Op de socials kwam ik dit boek(je) tegen, met de prikkelende titel “Just Tell Them: the power of explanations and explicit teaching” tegen. Maar eens kijken wat daar in staat.

Voorwerk

Met een introductie door Paul Kirchner schaart Groshell zich direct in de cognitieve stroming in het onderwijs. Niet raar, gegeven de titel van het boek, en wel zo duidelijk. De inleiding verhaalt over de docentenopleiding die Groshell  gehad heeft (in de USA). Waarbij de nadruk lag op zelfontdekkend leren. Leerlingen moesten problemen onderzoeken en de oplossingen ontdekken om zo tot kennis te komen. Waarbij menig student tot een zucht van opluchting slaakt wanneer er gewoon iets uitgelegd wordt.

Why Explain?

Iets uitleggen is een effectieve manier van informatieoverdracht. Maar het werkgeheugen heeft een beperkte capaciteit, in omvang en in tijd. Zeven dingen een paar minuten onthouden gaat nog, maar daarna wordt het snel minder. Groshell werkt het voorbeeld uit van het telefonisch bestellen van eten voor een groepje mensen. Zonder opschrijven gaat dat niet makkelijk. Maar op het moment dat je weet dat persoon A en B altijd hetzelfde bestellen, gaat het een stuk makkelijker. Want dan wordt voorkennis (over A en B) gebruikt, uit het langetermijn-geheugen. Zijn conclusie is dan ook, dat wanneer leerlingen de juiste voorkennis in hun langetermijngeheugen hebben, het leren van nieuwe dingen eenvoudiger gaat. En daar moet de instructie dan ook op aangepast worden.

The worked example effect

In zelfontdekkend leren, zijn leerlingen niet alleen bezig met de nieuwe inhoud, maar ook bezig met het proces van het ontdekken. Is wat ik denk geleerd te hebben de inhoud? Maak ik de goede keuze, heb ik de juiste aanpak? Leidt allemaal af van die inhoud. Het geven van “worked example” oftewel uitgewerkte voorbeeld(en) maakt overduidelijk wat de inhoud is, wat de juiste aanpak is etc.

Een veel uitgebreidere en gedetailleerde bespreking van uitgewerkte voorbeelden vind je in het boek van Barton (2019), hoofdstuk 6 en 7. Ook een paar aanwijzingen om te doen en om na te laten.

Explain with undivided attention: set the conditions for focus

Je kan de les zo goed voorbereid hebben, wanneer leerlingen niet luisteren, hun aandacht er niet bij hebben, ben je nergens. En het is dus de taak van de docent om dat te organiseren. Groshell begint bij de inrichting van het lokaal. Dat mag natuurlijk niet afleiden. Ook niet met vakinhoudelijke zaken. Als die al belangrijk zijn, hang ze dan op de gang. Tweede is lawaai. Dat kan lawaai van buiten zijn, vaak weinig aan te doen, maar wel een zorg. Maar ook lawaai en afleiding van klasgenoten is een punt. Dat bestrijd je door op niveau, up tempo les te geven en de regie vast te houden. Een goede start van de les hoort hier bij. Een “Do now” opdracht bij binnenkomst zet de toon voor de rest van de les. Vierde punt dat genoemd wordt is de plattegrond. Zorgt er voor dat leerlingen een plek krijgen gericht op leren en zich geen zorgen meer hoeven te maken of ze wel naast de leuke klasgenoot kunnen zitten. En omgekeerd: dat ze wéér niet naast die favoriete klasgenoot terecht kunnen: “Weer als laatste gekozen bij de gymles-vibes”.

De les moet zo georganiseerd worden, woorden en acties zo gekozen, dat het leren centraal staat. Opvallend bij dit stuk, is het ontbreken van wat ik zie als het handboek over orde in de les: Regie in de klas van Bennett (2022) en de didactische aanpak van Lemov (2022)

Groshell sluit af met een pleidooi voor het volledig verbieden van telefoons in school. Hierbij benoemt hij ook de rol van de schoolleiding. Dat zo’n maatregel een schoolmaatregel is, wordt naar mijn mening goed uitgewerkt door Strickland (2022). Hoewel een ordelijke klas een noodzakelijke voorwaarde is voor een goedlopende les, zie ik het niet als onderdeel van goed uitleggen.

Explain clearly: say only the words that need to be said

De uitleg moet wel duidelijk zijn. Wat zijn de valkuilen:

  • Vage taal. En die komt vaker voor dan je denkt. Vaagheid komt voort uit onervarenheid met het onderwerp. Wanneer je een onderwerp vaker besproken hebt, verdwijnt meestal de vaagheid. Maar je dient voor te zijn. Door de uitleg vooraf te oefenen.
  • Doolhof. Valse starten, onnodige herhalingen en aarzelingen maken het moeilijk voor de leerling om het betoog te volgen. Je pakt het aan door een les te filmen.
  • Onderbrekingen. Een punt in de uitleg onderbreken door een zijpad te noemen of zelfs in te slaan. Je pakt dit aan door het doel van het onderwerp, de les, er nog een keer bij te pakken.
  • Storende details. Een uitleg “opleuken”, wat uiteindelijk afleidt.

Vage taal, vooral de woorden “even” en “eigenlijk” zijn onuitroeibaar in het onderwijs. De eerste veelal om dat we als docenten niet té directief willen overkomen, de tweede omdat we het punt wat we willen maken nog niet scherp genoeg geformuleerd hebben. Barton geeft een helder voorbeeld van “opleuken”. Hij liep altijd verkleed als een klassieke Griek bij de uitleg over de Stelling van Pythagoras. Liep. Leerlingen onthielden de verkleedpartij maar niet de wiskunde.

Lemov geeft in Teach Like A Champion 3.0 uitgebreid aandacht aan lesvoorbereiding.

Goed uitleggen vraagt precieze taal. Nooit een detail, maar altijd lastig.

Explain interactively: alternating between inputs and outputs

Groshell begint dit hoofdstuk met de misconceptie dat Directe Instructie alleen bestaat uit frontaal lesgeven. Niets is minder waar. Hij benoemt daarom technieken die de docent gebruikt om het betoog af te wisselen met herhaling en/of oefening. Het is het Alternating Principle. Elk stukje uitleg wordt gevolgd door een korte oefening of herhaling. Dat kan er uit zien als:

  • Responding in Unison: oftewel, de hele klas zegt tegelijk het antwoord. Uit de uitwerking hiervan wordt ook duidelijk gemaakt dat je dit moet inoefenen en waar je aan moet denken. Klassikaal antwoorden is vooral handig als het om een simpel antwoord gaat. Deze aanpak kan nog wat weerstand oproepen als kinderlijk, of ouderwets.
  • Mini White Boards (MWB) zijn dan het alternatief. En vooral handig als de reactie wat ingewikkelder is (bv een zin of een formule).
  • Cold Calling. De favoriet bij veel docenten en vooral uitgebreid beschreven door Lemov (2022). Groshell beschrijft een paar kenmerken. Als voordelen noemt hij achtereenvolgens: vergroot betrokkenheid bij de les, verbetert de leerresultaten, meer deelname aan klassengesprekken, gelijke deelname van jongens / meiden, vermindering van de stress bij leerlingen.
  • Think Time. Wellicht strijdig met het idee dat er een hoog tempo moet zijn, maar genoeg tijd geven om na te denken verhoogt de response van leerlingen bij de voorgenoemde technieken. Tel tot drie, tel tot 10.
  • Turn and Talk. Maakt gebruik van het fenomeen dat als je iets aan een ander moet uitleggen, je eigen begrip verbetert. De fijn concrete tips zijn: denk na over de plattegrond, benoem in het duo wie A en wie B is en neem dat mee in de instructie, maak het routine die je expliciet inoefent, benoem de beperkingen. Jammergenoeg begint Groshall met het opnoemen van de bezwaren en de problemen.

Dit hoofdstuk geeft voor mij een selectie van de favorieten van Groshall die ik bij Lemov (2022) en Barton (2019) besproken heb zien worden. De aanwijzingen zijn deels concreter, maar grotendeels behoorlijk ingekort. Dit hoofdstuk gaat grotendeels over de gebruikte werkvorm tijdens een uitleg, dus los van de inhoud.

Explain with visuals: Pair speaking with images and drawings

Dit hele hoofdstuk wordt samengevat in de tabel op pagina 53. Het vervolg herhaalt de inhoud en licht het verder toe. Kern is: alleen woorden is niet genoeg. Gebruik afbeeldingen die to-the-point zijn en die aanvullen wat je vertelt. Bij het bespreken vertel je dus niet wat er in het plaatje staat, maar wijs je wel aan waar je over aan het vertellen bent. Bouw afbeeldingen op.

De bespreking alhier is wat kort, maar dit is toch een belangrijk hoofdstuk. Menig presentatie / boek kan het niet laten om afbeeldingen op te leuken, de tekst in de afbeelding te herhalen of juist afbeeldingen weg te laten terwijl die de informatie het best zouden weergeven.

Hoe dit uitpakt voor wiskunde wordt door Barton (2019) helder beschreven. Barton wijst er wel op dat afbeeldingen en uitleg tegelijk, belastend kan zijn. Hij noemt het in stilte uitleggen als alternatief.

Explain with examples: Show what it is and what it isn’t

Een voorbeeld één specifiek geval van wat je aan het uitleggen bent.
Uitleggen geeft de volle breedte van wat je aan het bespreken bent. Het begrip, de context, het gebruik etc.

Wanneer je iets aan het uitleggen bent, gebruik je vaak voorbeelden. Waar moeten dat aan voldoen?

  • Eén voorbeeld is geen voorbeeld. Elk voorbeeld dat je geeft heeft een groot scala aan kenmerken. Leg je het concept “boot” uit aan de hand van een roeibootje, dan kan een leerling het kenmerk “drijven” missen. Of het voorbeeld “cruiseboot” afwijzen omdat die veel groter is.
  • De verwoording. Gebruik alleen de woorden van het concept dat je aan het bespreken bent. Voorbeeld: dit is symmetrie / dit is geen symmetrie. In tegenstelling tot: dit is symmetrie / dit is asymmetrie. Wanneer je asymmetrie wilt bespreken is dat een tweede concept.
  • Gelijkheid. Wanneer je een voorbeeld en een non-voorbeeld wilt tonen, varieer dan één ding. Toon je symmetrie-as met een vijfhoek, toon dan een lijn die geen symmetrie-as is dan met diezelfde vijfhoek.
  • Minimale verandering. Pas het gebruikte voorbeeld minimaal aan. Een symmetrie-as kan met een minimale aanpassing van de lijn dat niet meer zijn.
  • Maximale verbreding. Wanneer het concept redelijk duidelijk is, laat dan de volle breedte van de toepassing zien. Heb je het concept “boom” uitgelegd, laat dan de sequoia, een bonzai, een naald, een loof, etc etc voorbeeld zien.

Wanneer je op deze manier voorbeelden gegeven hebt en zaken uitgelegd, is het belangrijk om voorbeelden en niet-voorbeelden willekeurig te mixen en die aan de leerling ter beoordeling voor te leggen.

Non-voorbeelden zijn eveneens krachtig, maar hebben het risico dat ze onterecht als voorbeeld gezien worden. Zet die pas in wanneer je zeker weet dat de leerlingen ze echt kunnen onderscheiden. Dan is het krachtig om leerlingen de kenmerken die het een non-voorbeeld maken te onderwijzen en later, aan te laten wijzen.

Analogieën zijn eveneens krachtig, maar: zorg er voor dat je een analogie gebruikt die verwijst naar kennis die de leerlingen hebben. In de bespreking wijs je vervolgens aan waar de overeenkomsten zitten. Een werkvorm kan zijn om leerlingen een eigen analogie te laten opstellen.

Met dit hoofdstuk pakt Groshell de kern van uitleggen. Bij de bespreking van non-voorbeelden en analogieën wijst hij de gevaren en hoe daar mee om te gaan, helder aan. Het zou een boek op zich zelf kunnen / moeten zijn.

Explan with stories: Use Narrative, Emotions and Gestures

Hoe kan je meer boeiend lesgeven? Met verhalen, emoties en bewegingen.

Bij vertellen van verhalen gaat het om de oorzaak, het conflict, de moeilijkheden en de karakters.

Bij emoties gaat het om de emotie van de hoofdpersonen in het verhaal, maar ook om de eigen emotie.

Indien mogelijk, ondersteun je het met beweging. Voor wiskunde is de balansmethode iets wat met beweging voorgedaan kan worden. Daarbij is het belangrijk om les te geven vanuit de voorkant van het lokaal, verstop je niet. Anders zien leerlingen de gebaren niet of moeten ze omgekeerd zitten.

Het zal wel aan mij liggen, maar voor mijn onderbouw wiskunde kan ik hier weinig mee. De voorbeelden komen vooral uit het geschiedenisonderwijs, waarbij verhalen een meer centrale plek (kunnen) hebben.

Explan and release: gradually fade Guidance

De Cognitive Load Theory, die de nadruk legt op het aanpassen van het onderwijs op de beperkingen van het korte-termijn-geheugen, verklaart ook het verschil in leren van een beginner ten opzichte van een expert. Een beginner heeft meer nieuwe elementen te verwerken, terwijl de expert die al kent.

Leerlingen verschuiven gedurende het leerproces van beginner naar expert. Maar op het onderwezen deelgebied. Elk nieuw onderwerp maakt van de leerling weer een beginner. Belangrijk is dan de hoeveelheid sturing gedurende het onderwijs te verminderen. Als beginner heb je veel informatie nodig. Dat kan enerzijds vakinhoud zijn, anderzijds instructie om de info ver de vakinhoud te vinden. (dit is de stelling van pythagoras vs de info over de stelling en waar, wanneer en hoe te gebruiken vind je ..).

Wanneer je goed kijkt naar instructie, blijkt veel informatie die voor de docent logisch is, voor de leerlingen te ontbreken. Met als gevolg:

  • Leerlingen geven het op
  • Gedragsproblemen
  • Gokken
  • Overschrijven van anderen
  • Bang gedrag
  • Negatief zelfbeeld

Hoe je de instructie stap voor stap aanpast wordt duidelijk gemaakt met backwards fading examples (uitgebreid beschreven door Barton (2018)) en de “Voordoen, samen doen, zelf doen” stappen van EDI (Hollingworth et al 2015). Groshell vult dit aan met het hardop nazeggen door de leerlingen.

Door bij elk stukje theorie eerst de onderdelen te onderwijzen en die later samen te voegen, wordt de inhoud langzaam complexer gemaakt. Door retrieval practice wordt er voor gezorgd dat de kennis niet verdwijnt.

In dit hoofdstuk pakt Groshell veel theorie samen. Wat in dit hoofdstuk verstopt zit, is de koppeling tussen gedrag van leerlingen in de klas en de kwaliteit van de instructie. Exponent van de centrale boodschap van Bennet (2022) en Mannion et al (2020).

Conclusion

In de conclusie komt Groshell terug op zijn professionele ontwikkeling. Hem is geleerd dat leerlingen het zelf moesten ontdekken, onderwijs vooral leuk moest zijn. Maar, ontdekte hij, juist de zwakke leerlingen, uit de zwakke milieu’s doe je hier mee tekort. Die help je het beste met goede instructie. En wetenschappelijk onderzoek laat steeds weer zien, dat je daar de beste resultaten mee bereikt.

Terugblik

Met net geen 100 pagina’s is het boek van Groshell een mooie start voor degenen die aan de slag willen met Expliciete Instructie. Met een wat wisselende stijl, bespreekt hij de kern en geeft hij inzichtelijke voorbeelden. Het boek geeft echter niet voldoende handleiding om het eigen onderwijs aan te pakken. Het geeft wel richting en taal aan de stappen die gezet moeten worden. Om echt aan de slag te gaan kan je als docent beter terecht bij de “grote namen”. Lemov, Bennett en voor wiskunde Barton. Maar die hebben ieder rond meer dan 400 pagina’s nodig.

Het boek is daarmee vooral voor de novices in Expliciete Instructie. Voor een expert is het te licht.

Verwijzingen in NL / EN

  • Barton, C. (2019). Volgens Barton: Lesgeven in wiskunde aan de hand van wetenschap, experts en 12 jaar aan mislukkingen (R. Kneyber, Vert.; 1ste dr.). Phronese.
  • Barton, C. (2018). How I wish I’d taught maths lessons learned from research, conversations with experts, and 12 years of mistakes. John Catt Educational Ltd.
  • Bennett, T. (2022). Regie in de klas (G. Verbrugghen, Vert.; 2de dr.). Phronese.
  • Bennett, T. (2020). Running the room: The teacher’s guide to behaviour. John Catt Educational.
  • Hollingsworth, J., & Ybarra, S. (2015). Expliciete directe instructie: Tips en technieken voor een goede les (M. Schmeier, Vert.; 4de dr.). Pica.
  • Lemov, D. (2022). Teach like a champion 3.0. 63 technieken waarmee je je leerlingen laat excelleren (R. Jacobs, S. Smit, C. van Doornen, M. Palmbergen, D. van der Meer, & L. Niemantsverdriet, Red.; A. Roelofsz & D. van Steekelenburg, Vert.; 1e dr. 2e oplage). CED-groep.
  • Lemov, D. (2021). Teach like a Champion 3.0: 63 techniques that put students on the path to college. (3de dr.). Jossey-Bass.
  • Mannion, J., & McAllister, K. (2020). Fear is the mind killer: Why learning to learn deserves lesson time—And how to make it work for pupils. (1ste dr.). John Catt Educational.
  • Merrill, M. D. (1983). Component Display Theory. In C. M. Reigeluth (Red.), Instructional-Design Theories and Models: An Overview of their Current Status. (1ste dr., pp. 279-333). Lawrence Erlbaum Associates.
  • Strickland, S. (2022). The behaviour manual: An educator’s guidebook (1ste dr.). John Catt Educational.