Het is geen #ophef van de dag, maar wel een jaarlijks terugkerend fenomeen: de kritiek op de lange zomervakantie. Deze keer was het de beurt van Aleid Truijens in de Volkskrant. Ik ga de argumenten even langs.
De lange vakantie
Nederland heeft een zomervakantie voor leerlingen van zes weken. Een paar jaar geleden is er om de werkdruk te spreiden, ingegrepen in de gewoonte om leerlingen eerder vrij te geven. Dus: zes weken vakantie. Meestal stoppen in het VO de lessen twee of 2,5 week voor de laatste vrijdag voor de vakantie. Voor docenten is er dan gelegenheid om de overgangsvergadering voor te bereiden, de laatste zaken te regelen en met enige voorbereiding voor het volgend jaar de vakantie in te gaan. Sportdagen, zwemdagen, mentor-uitjes, schoolfeest etc worden ook in deze periode gepland om maar duidelijk te maken dat het toch echt nog geen vakantie is. En op de donderdag voor de vakantie halen leerlingen hun rapport op, zeggen elkaar, de docenten en de mentor gedag en begint de vakantie.
Te lang volgens Truijens.
Eerste punt is dat ouders geen zes weken vakantie hebben. En aangezien beide ouders werken, is er dan veel gedoe met de planning van wie er thuis is of niet. En in het gunstigste geval kon er uitgeweken worden naar de BSO.
Kinderen kunnen dan ook opgevangen worden door grootouders, maar, zoals gezegd, naar de BSO. En niet iedereen kan dit zo regelen. Grootouders op behapbare afstand, de financiƫle middelen, het moet allemaal maar beschikbaar zijn. En dat is niet zo.
En er zijn ook kinderen waarvoor een vakantie, met een reis, een pretpark, een dagje naar het strand er ook niet in zit. Het geld is er niet. Ook een dagje naar het zwembad is tegenwoordig voor nogal wat ouders te begrotelijk.
In de grote steden zijn / waren er ook initiatieven als de Zomerschool. Die zijn ondertussen veelal gesneuveld in de bezuinigingen. ’s Ochtends met schoolwerk aan de slag, ’s middags leuke activiteiten; het zit er niet meer in. De gemeentes hebben er het geld niet voor (over).
Uiteindelijk komt Truijens bij wat het “leerverlies” genoemd wordt. Na de zomer zijn veel kinderen veel wat wat ze het jaar ervoor geleerd hebben vergeten. Een fenomeen dat regelmatig met onderzoek vastgesteld is.
Tot slot pleit Truijens voor een andere verdeling van de vakantie over het schooljaar, maar ook over het land.
Onderwijs
Scholen zijn er voor onderwijs. Het mag leuk zijn, etc etc, maar het gaat om leren. Het argument dat er geen plek is voor kinderen die niet naar de BSO kunnen, kan feitelijk kloppen, maar zadelt scholen met nog een maatschappelijke taak op die niet bij de scholen hoort.
Activiteiten
Dat sommige kinderen opgroeien in een gezin waarin weinig geld is, is verdrietig. Hen wordt veel onthouden wat bij een fijne jeugd kan horen. Dat gemeentes de Zomerscholen maakt het alleen maar erger. Echter, scholen zijn er niet om de consequenties van ondeugdelijke inkomenspolitiek te compenseren. Gedurende het schooljaar worden scholen er al mee geconfronteerd, deze uitbreiding is echt een brug te ver.
Personeel
Scholen hebben naast leerlingen, ook personeel. Docenten, directie, ondersteuning, administratie, conciƫrges etc etc. Hun vakantie valt grotendeels samen met die van de leerlingen. Dit omdat een deel van de vakantie compensatie voor de teveel gewerkte uren is. De zes weken zijn ongeveer twee weken compensatie en vier weken echt vakantie. Dit administratieve verschil maakt bijvoorbeeld uit wanneer het personeelslid tijdens de vakantie ziek wordt. Alleen de vier weken vakantie mogen dan alsnog opgenomen worden.
Dat docenten “veel vakantie” hebben is gezeur. Een voltijds aanstelling is 1659 uur. En dat is bij veel andere betrekkingen ook zo ongeveer de omvang van de te werken uren. Het onderwijs propt ze alleen in minder weken.
Leerverlies
Het volgens mij enige argument dat voor scholen van belang is, is het leerverlies. Dat zou inderdaad een goede reden zijn om de vakanties, maar zeker ook de vrije dagen, anders over het schooljaar te verdelen. Er zijn enkele basisscholen die het hele jaar open zijn. Veelal gecombineerd met een Kinderopvang. Zie bv De Sterrenschool in Almere. Scholen die van de wettelijke vakantiedagen afwijken in het VO ken ik niet.
Dat er leerverlies is na zes weken is duidelijk. Docenten merken dit effect al na een weekend. Dus of het met een andere vakantie-indeling minder is, is nog maar de vraag.
Dus
Het pleidooi van Truijens, sympathiek voor de leerlingen, brengt de gevolgen van de inkomenspolitiek bij de scholen onder. Lijkt mij ongewenst.
Geef een reactie