Hoeveel betalen docenten en leraren in het onderwijs uit eigen portemonnee voor hun werk? In de vorige blogpost heb ik gekeken naar de aantallen en bedragen. In deze blogpost splits ik het uit naar wat in de boekhouding de kostensoort heet, waar wordt het aan uitgegeven. En dat doe ik voor de kostenplaats Primair Onderwijs.

Aantallen

Deze vraag was de tweede vraag in het trio over kosten. En werd de eerste vraag door 491 mensen beantwoord, één is er afgehaakt. Dus 490 leraren PO hebben verteld waaraan ze hun eigen geld voor school besteed hebben. In de aantallen zitten ook afrondingen. Kijk dus vooral naar de ordegrootte.

Een viertal docenten hebben weliswaar aangekruist geen geld voor school uitgegeven te hebben, maar dat toch wel gedaan. Waarschijnlijk kunnen die bij “Anders” opgeteld worden, maar zeker weten doe ik dat niet.

Wat ik zie is dat er 490 leerkrachten deze vraag beantwoord hebben. Ongeveer 88% (490 – 59 = 431. 431/490 = 0,879) van deze leerkrachten hebben zelf iets voor school betaald. Decoratie van het lokaal, gevolgd door lesmateriaal, zijn de grootste posten. Gevolgd door “Anders”. Wat daar onder valt is speculeren, maar ik vermoed dat daar ook schoonmaakmiddelen in zitten.

Geld

Net zoals bij de vorige blogpost, heb ik de categorieën omgezet naar een bedrag waar ik verder mee kan rekenen. In de kolom Midden zie je de gekozen bedragen.

Nu kunnen we ook zien om hoeveel geld het gaat. Wat mij direct opvalt is dat “Lesmateriaal” en “Decoratie lokaalinrichting” omgewisseld zijn. Dus aan wat het vaakst voorkomt wordt naar verhouding minder aan uitgegeven.

Discussie

Na de vorige blogpost kreeg ik als commentaar “die leerkrachten kunnen het toch prima betalen?!”. Nu was dat meer bedoeld om te provoceren, maar het snijdt wel een punt aan. Wat is er op tegen dat leerkrachten zelf een keer iets aanschaffen? Niks natuurlijk. Maar schoolbenodigdheden, lesmateriaal, dat zijn gewoon materialen die je nodig hebt. Zonder kan je je werk niet doen. En naar ik meen, is in elke bedrijfstak daar voor zorgen, taak van de werkgever.

Een andere reactie was: Ik doe dit al 30 jaar. Elk jaar weer. Ik zie hier een residu van het Schraalhans Keukenmeester beleid dat het PO decennialang in zijn greep gehouden heeft. Er is nooit ergens geld voor. Terwijl de afgelopen jaren steeds weer duidelijk wordt dat besturen, ook in het PO, enorme reserves hebben. Geld dat bedoeld is voor het onderwijs én de materialen die je daar voor nodig hebt. Het is (deels) lovenswaardig, maar zo op de achterkant van een servetje kom ik dan uit op een paar duizend euro over al die jaren. Dat kan toch niet de bedoeling zijn?

Rob Voorwinden bespreekt in zijn artikel een paar redenen waarom leerkrachten dit doen: er is geen budget voor, het materiaal is niet waar ik mee wil werken en declareren is te lastig. Dan hebben we de hoofdcategorieën wel gehad.
Dat er geen budget voor is, lijkt mij onzin. Het gaat, in totaal, bij 490 leerkrachten, om heel weinig geld. Of de directeur dan vergeet een begroting in te dienen waarin het budget wel opgenomen is, of een (G)MR zit te slapen dat ze de begroting zonder dit soort budgetten laat passeren, of dat een bestuur echt op zwart zaad zit. We zullen het niet weten.

En, op het risico bij victim blaming terecht te komen: in veel sectoren is het heel gewoon om alleen te werken met de materialen die de werkgever ter beschikking stelt. Daar omheen werken verhult de keuze die gemaakt is en maakt de consequenties onzichtbaar. Geen budget voor versiering? Dan blijft het lokaal kaal. Geen geld voor goede kleurpotloden? Dan stopt de tekenles halverwege het jaar omdat de potloden allemaal gebroken zijn. Budgettaire keuzes hebben gevolgen. Die horen zichtbaar te zijn. Je zou zelfs kunnen zeggen, dat zelf betalen, het beleid doorkruist.

Dat declareren lastig is, zou best wel eens opzet kunnen zijn. Want de verborgen kosten van het verwerken van een bonnetje zijn enorm. Het bonnetje moet gecontroleerd, kostensoort, kostenplaats, akkoord van de directeur, akkoord van de boekhouding, toevoegen aan de salarisbetaling en allemaal met controles, want aan het einde van het jaar moet de accountant er ook nog naar kijken. Het is allemaal werk waarvan de salariskosten bovenop de prijs van de goedkope potloden van de Action komen. In 2015 was dat rond de € 35 per bonnetje bij de scholengroep waar ik toen werkte. Die zijn dan niet meer € 2, maar € 37. Dan loop je als bestuur leeg op de inkoopkosten.

Een andere reden is, dat er bij een beetje bestuur een afdeling inkoop is. De hebben een net salaris, maar zijn wel goedkoper per uur dan een leerkracht. Want “even naar de Action voor school”, is ook werktijd. En waarom zou je als leerkracht het werk van de medewerker Inkoop doen? Draagt allemaal bij aan ervaren werkdruk.

Omgekeerd: een goede werkgever zorgt er voor dat de leerkrachten hun werk zonder dit soort zorgen kunnen doen. Daar worden leerkrachten blij van. Vooral: het zijn de kosten niet. Het gaat om weinig geld.

Dank

Dank aan Amber Walraven voor het ter beschikking stellen van de resultaten van TeacherTapp.

Bronnen

Voorwinden, Rob. (2024, november). ’Schoolspullen? Ik betaal ze wel zelf. Onderwijsblad, p28-31.
Walraven, Amber. (z.d.). Juli 2024 [Blog]. TeacherTapphttps://nl.teachertapp.com/juli-2024/

Foto

Arthur Rothstein 1939. “Closed bank. Haverhill, Iowa.” For the Farm Security Administration. Bron.