Keuzewerktijd

De school waar ik werk heeft onlangs keuzewerktijd ingevoerd. Twee lesuren per week (van de 28 totaal), kiezen leerlingen zelf wat ze willen (en moeten) doen. Als teamleider draai ik mee in het aanbod en verzorg een lesuur wiskunde. Juist de eerste klassen hebben het systeem goed uitgelegd gekregen en hebben zich vol overgave gestort op het ene uur wiskunde dat die dag aangeboden wordt. In het lokaal zijn alle tafeltjes bezet en wordt er gewerkt aan wiskunde en/of rekenen. Na een kennismakingsrondje heb ik tijd voor vragen.

Mariska

Mariska (12jr) komt langs met haar rekenboek van uitgeverij Deviant. In dat werkboek worden de basistechnieken voor rekenen stap voor stap (opnieuw) uitgelegd. En Mariska is vastgelopen bij het aftrekken van twee getallen onder de 100. Ze snapt het niet meer. Wanneer ze het volgens het werkboek uitrekent komt er iets heel anders uit dan als ze het zelf uitrekent. Hoe kan dat? Het blijkt dat ze de tekst van het boek erg precies leest en daardoor de fout in gaat.

Omdat er zo’n 40 jaar ontwikkeling in rekendidactiek tussen Mariska en mij zit vraag ik of ze deze techniek al eens eerder gehad heeft en mij wil uitleggen. “Nee”, zegt Mariska, “dat kan ik niet, want ik heb rekenniveau groep 4. Toen ben ik in een apart groepje gezet en heb ik daarna niks nieuws meer geleerd bij rekenen.”. Samen gaan we verder met het rekenwerk, maar van binnen ben ik geschokt. Hoe kan dit? Hoe kan dit haar waarneming zijn? Wat is er waar van die waarneming? Hoe kan het dat deze dame zo in het voortgezet onderwijs terecht komt?

Onderzoek

Eerste informatiebron is de mentor van Mariska. Deze vertelt mij dat ze binnengekomen is met een Basisberoepsgerichte Leerweg (BBL) als niveauadvies van de basisschool en dat ze met een LWOO beschikking komt vanwege het rekenen en haar mentale ontwikkeling. De toeleverende basisschool staat goed bekend, we hebben er best een aardig percentage leerlingen van en die doen het over het algemeen goed. De niveau-inschatting van deze basisschool klopt over het algemeen prima.

Dossieronderzoek levert een stapel gegevens op, waaronder drie CITO scores. De minst informatieve is de Eindtoets groep 8. Die vertelt dat Mariska het prima zou moeten kunnen doen op BBL maar dat KBL niet uitgesloten is. Het Alternatief Leerlingenrapport van ongeveer dezelfde datum is interessanter, die laat de ontwikkeling van Mariska de afgelopen jaren zien. Ook bij rekenen. Daar een beeld dat klopt bij het basisschooladvies. Waarschijnlijk is dit document voor de basisschool de belangrijkste leidraad voor het niveauadvies.

Er is ook een Entreetoets groep 7. Wat daarbij opvalt is dat Mariska daarbij het onderdeel rekenen niet gerapporteerd krijgt. Bladeren in de documentatie over het LOVS leert dat hiervoor twee oorzaken kunnen zijn: Mariska heeft het niet gemaakt, of ze behoort bij de onderste 10% van de leerlingen. Wat er precies gebeurt is, vertelt het dossier niet.

Naast de CITO-scores zijn er ook nog andere onderzoeken. Met andere woorden en andere testen, laten ze allemaal hetzelfde beeld zien: Mariska zal het goed doen in de BBL. En met wat wegwerken van achterstanden zou ze heel misschien zelfs Kader kunnen.

Voorlopige conclusie

Het papierwerk laat zien dat Mariska de afgelopen jaren op alle onderdelen in het volgsysteem consistent op het niveau scoort dat haar op m’n school gebracht heeft. Haar reactie op mijn vraag past in het beeld dat het papierwerk schets: Mariska heeft een enorme achterstand met rekenen. Ze heeft in het basisonderwijs geleerd wat alle kinderen in Nederland (die met CITO meedoen), geleerd hebben. En dan kom je dus in het VO met rekenvaardigheid groep 4. De verbazing die ik heb, is dus het gevolg van mijn eigen onbekendheid met deze leerlingengroep.

Hoe verder?

Mariska is het hele uur hard aan het werk geweest met rekenen. Het samen met een klasgenoot heeft ze gewerkt aan het aftrekken van twee getallen onder de 100. Nu zijn ze er beiden goed in. Mariska net iets beter dan de klasgenoot. Voor het eerst in haar schoolcarriere. Ze kwam het speciaal nog even vertellen. En ik ga gelegenheden die zich voordoen om deze leerlinggroep beter te leren kennen, met beide handen aangrijpen.

Update einde schooljaar 14-15:

Aan het einde van klas 2 is Mariska regulier bevorderd naar klas 3 TL. Met een mooie lijst en een voldoende voor wiskunde.

Met wat meer afstand

Eind schooljaar 15-16 is Mariska geslaagd met een prima TL diploma. Dat roept de vraag op hoe het kan dat de basisschool, die het over het algemeen bij het juiste eind heeft, bij Mariska er twee niveau’s naast zat. Een aantal gedachten:

  • In klas 1 van deze school zitten (zaten) leerlingen met een BBL/KBL advies in één groep. Ze kregen twee cijfers: een BBL en KBL cijfer. Leerlingen die in die groep op niveau zitten krijgen, vaak voor het eerst, gewone voldoendes voor hun werk. Ergens goed in zijn, stimuleert enorm.
  • Mariska vertelt dat ze apart gezet is, en dat ze daarna niks meer geleerd heeft. Dat ze niks meer geleerd heeft is, waar of niet, haar waarneming. Dat ze niet goed kon rekenen, heeft blijkbaar haar niveau over de volle breedte bepaald. Een “self-fulfilling-prophecy” die gestart lijkt te zijn in groep 4.
  • Opvallend vind ik dat de verschillende leerling-volg-toetsen BBL/KBL aangeven. Die zijn dus wel gemaakt, dit in tegenstelling tot het rekenonderdeel, dat niet gemaakt is. De niveau-inschatting voor één onderdeel, bepaalt dus ook bij de toetsen, mede de niveau-inschatting voor de andere onderdelen.